dragen

werkw.

Uitspraak:	[ˈdraxə(n)]
Afbreekpatroon:	dra·gen
Vervoegingen:	droeg (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft gedragen (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) zo meenemen dat (iets) de grond niet raakt

Voorbeeld:

`de boodschappen dragen`

2) aan je lichaam hebben

Voorbeelden:

`een broek dragen`, `een bril dragen`

aan hebben   aanhebben   doorstaan   dulden   harden   ondersteunen   opbrengen   reiken   schoren   schragen   steunen   stutten   uithouden   uitzingen   verdragen   verduren   volhouden   zakken (antoniem)   

• zich gedragen als een baars (=zeer onhandig zijn)
• water naar de zee dragen (=een zinloos karwei opknappen)
• water in de zee dragen (=iets totaal zinloos doen)
• voorbij de schout zijn deur mogen dragen (=wel gezien mogen worden)
• uilen naar Athene dragen (=nutteloos werk verrichten)
Toon alle 22 spreekwoorden die dragen bevatten

• Uit `De lagere vaktalen: De taal der hopkweekers` 1914 hop op de latten dragen: nl. de groene soms de droge hop om ze te zwavelen.
• 1.uitdr.: Voorbeeld: ‘hulp dragen’: hulp (gaan) bieden Voorbeeld: ‘Hij verhaastte de stap omdat zijn geweten hem dwong hulp te dragen’ 2.gaan, zich richten Voorbeeld: ‘Al de spanning hunner aandacht en al hun begeerte droeg naar die vrije tijd’ 3.(van de ogen) reiken Voorbeeld: ‘Nu werd het doo...
• • [ov] al van de vloer houdend vervoeren. • [ov] een kledingstuk of sieraad aanhebben.
• zo meenemen dat het de grond niet raakt vb: ik draag die doos wel voor je het aan je lichaam hebben vb: Jan draagt wel eens een jurk Synoniem: aanhebben
• 1) Aanhebben 2) Uithouden 3) Brengen 4) Strekken 5) Stutten 6) Trenen 7) Opbrengen 8) Opnemen 9) Verduren 10) Uitzingen 11) Zeulen 12) Aan zich hebben 13) Verdragen 14) Doorstaan 15) Torsen 16) Om hebben 17) Omhoog houden 18) Schragen 19) Schoren 20) Kleding aan hebben 21) Kleding aanhebben 22) Harden

Toon uitgebreidere definities

• dragend

• aandragen• afdragen• bedragen• bijdragen• gedragen• meedragen• misdragen• opdragen• overdragen• uitdragen• verdragen• voordragen• wegdragen• voldragen• toedragen• ronddragen• onvoldragen• nadragen• breedgedragen

dragen (sjouwen, bij zich hebben, aanhebben; verdragen)

Kun je in plaats van `Dat pakket weegt veel` ook `Dat pakket weegt zwaar` zeggen? Zie Zwaar wegen / veel wegen

Wat is de verleden tijd van dragen?

De verleden tijd van dragen is 'droeg'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gedragen'.

Wat betekent dragen?

'zo meenemen dat (iets) de grond niet raakt' en 'aan je lichaam hebben'

Hoe spel je dragen?

dragen spel je D R A G E N

Wat is een ander woord voor dragen?

Andere woorden voor dragen zijn aan hebben, aanhebben, doorstaan, dulden, harden, ondersteunen, opbrengen, reiken, schoren, schragen, steunen, stutten, uithouden, uitzingen, verdragen, verduren en volhouden.

Wat is het tegenovergestelde van dragen?

Een antoniem van dragen is zakken.

Zoek dragen op Woordenlijst.org
Zoek dragen op Google
Zoek dragen op Wikipedia