draaien

werkw.
Uitspraak:  [ˈdrajə(n)]
Afbreekpatroon:  draai·en
Vervoegingen:  draaide (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft, is gedraaid (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) een ronde beweging geven of maken
Voorbeelden:  `je autospiegeltje draaien om de weg beter te kunnen zien`,
`De aarde draait om de zon.`,
`De weg draait naar rechts.`

2) werken
Voorbeelden:  `De motor draait.`,
`Dat bedrijf draait met verlies.`
Synoniem:  functioneren

Zie ook:  draai


Synoniemen
cirkelen   functioneren   kantelen   kenteren   keren   kolken   omdraaien   rollen   ronddraaien   rondtollen   roteren   tollen   wenden   wentelen   winden   zwenken   

Spreekwoorden en zegswijzen
• te haaien en te draaien lopen (=doelloos ronddwalen)
• met hem kan men geen spies draaien (=met hem valt niet samen te werken)
• met alle winden draaien (=altijd iedereen gelijk geven)
• iemand een rad voor de ogen draaien (=iemand iets wijsmaken / iemand op gemene wijze bedriegen)
• iemand een loer draaien (=iemand lelijk behandelen, lelijk te grazen nemen)
Toon alle 9 spreekwoorden die draaien bevatten

Intensiveringen
Hoe kun je draaien krachtiger uitdrukken?
draaien als een lier; draaien als een tol; draaien als een weerhaan; draaien als een zonnetje; op volle toeren draaien;

13 definities op Encyclo
  • [Soldatentaal, 1914] er in, in de kast draaien: in de strafkamer geplaatst worden. Hij draait erin: hij zal wel gestraft worden.
  • Uit `De lagere vaktalen: De molenaarstaal` 1914 werken met den molen. - Binst de hoogmisse en zal de mulder niet draaien.
  • Uit `De lagere vaktalen: De spinners-en weverstaal` 1914 de garenboom ronddraaien bij het opboomen. Draaien is een lastig werk en wordt meest met tweeën gedaan.
  • Uit `De lagere vaktalen: De steenbakkerstaal` 1914 den windmolen in gang houden.
  • Uit `De lagere vaktalen: Diamantbewerking` 1914 in werking zijn der slijperij. De fabriek draait Zondag niet.
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met draaien:
draaiend

Deze woorden eindigen op draaien:
aandraaienbijdraaiendoordraaienduimendraaienomdraaienopendraaienproefdraaienronddraaienterugdraaienuitdraaienverdraaienu vraagt, wij draaienrond de pot draaienopdraaienmeedraaien

Herkomst volgens etymologiebank.nl
draaien (om een as of middelpunt bewegen)

Taaladvies
  1. Waar komt de uitdrukking iemand een loer draaien vandaan? Zie Iemand een loer draaien
  2. Waar komt als een tierelier vandaan? Zie Als een tierelier


Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van draaien?
De verleden tijd van draaien is 'draaide'. Het voltooid deelwoord is 'heeft, is gedraaid'.
Wat betekent draaien?
'een ronde beweging geven of maken' en 'werken'
Hoe spel je draaien?
draaien spel je D R A A I E N
Wat is een ander woord voor draaien?
Andere woorden voor draaien zijn cirkelen, functioneren, kantelen, kenteren, keren, kolken, omdraaien, rollen, ronddraaien, rondtollen, roteren, tollen, wenden, wentelen, winden en zwenken.

Op andere websites
Zoek draaien op Woordenlijst.org
Zoek draaien op Google
Zoek draaien op Wikipedia