doortrekken

werkw.
Uitspraak:  [ˈdortrɛkə(n)]
Afbreekpatroon:  door·trek·ken
Vervoegingen:  trok door (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft doorgetrokken (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) verder trekken;
verder doen gaan
Voorbeelden:  `een lijn doortrekken`,
`een weg doortrekken`

2) (door een gebied) reizen
Voorbeeld:  `De Verenigde Staten doortrekken.`

3) zorgen dat water de wc schoonspoelt
Voorbeeld:  `de wc doortrekken`


Synoniemen
afreizen   doorspoelen   spoelen   uitbreiden   verzadigen   wegspoelen   

3 definities op Encyclo
  • •een lijn verlengen. •zich door een gebied heen begeven. •de inhoud van de stortbak van een toilet ledigen. • door een materiaal heen diffunderen •:"dat hele tapijt is 'doortrokken' met die geur" • tweede betekenisomschrijving •:"Zin met het 'paginawoord' in de tweede betekenis erin." • enz.
  • met water schoonspoelen vb: je moet de WC doortrekken
  • 1) Verzadigen 2) De wc spoelen 3) Uitbreiden 4) Spoelen 5) Passeren 6) Penetreren 7) Macereren 8) Afreizen 9) Verlengen 10) Wegspoelen 11) Doorspoelen
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
doortrekken

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van doortrekken?
De verleden tijd van doortrekken is 'trok door'. Het voltooid deelwoord is 'heeft doorgetrokken'.
Wat betekent doortrekken?
'verder trekken;
verder doen gaan' en '(door een gebied) reizen' en 'zorgen dat water de wc schoonspoelt'
Hoe spel je doortrekken?
doortrekken spel je D O O R T R E K K E N
Wat is een ander woord voor doortrekken?
Andere woorden voor doortrekken zijn afreizen, doorspoelen, spoelen, uitbreiden, verzadigen en wegspoelen.

Op andere websites
Zoek doortrekken op Woordenlijst.org
Zoek doortrekken op Google
Zoek doortrekken op Wikipedia