doorschijnen

werkw.

Uitspraak:	['dorsxɛinə(n)]
Afbreekpatroon:	door·schij·nen
Vervoegingen:	scheen door (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft doorgeschenen (volt.deelw.)

vaag zichtbaar zijn (door iets heen)

Voorbeelden:

`bang zijn dat het oude behang doorschijnt door het lichte nieuwe behang`, `een foto een beetje laten doorschijnen in een andere foto`

• 1) Doorschemeren

Toon uitgebreidere definities

• doorschijnend

Wat is de verleden tijd van doorschijnen?

De verleden tijd van doorschijnen is 'scheen door'. Het voltooid deelwoord is 'heeft doorgeschenen'.

Wat betekent doorschijnen?

'vaag zichtbaar zijn (door iets heen)'

Hoe spel je doorschijnen?

doorschijnen spel je D O O R S C H I J N E N

Zoek doorschijnen op Woordenlijst.org
Zoek doorschijnen op Google
Zoek doorschijnen op Wikipedia