I doorleven

werkw.
Uitspraak:  ['dorlevə(n)]
Afbreekpatroon:  door·le·ven
Vervoegingen:  leefde door (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft doorgeleefd (volt.deelw.)

blijven leven
Voorbeeld:  `na een ernstige ziekte nog jaren doorleven`


II doorleven

werkw.
Uitspraak:  [dorˈlevə(n)]
Afbreekpatroon:  door·le·ven
Vervoegingen:  doorleefde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft doorleefd (volt.deelw.)

meemaken
Voorbeelden:  `een veranderingsproces doorleven`,
`diep doorleefde poëzie`
Synoniemen:  ervaren, ondervinden, beleven,


Synoniemen
doorstaan   meeleven   verdragen   verduren   verteren   

1 definitie op Encyclo
  • 1) Meeleven 2) Blijven leven 3) Meemaken 4) Verdragen 5) Verduren 6) Doorstaan 7) Verteren 8) Ondervinden
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van doorleven?
De verleden tijd van doorleven is 'leefde door'. Het voltooid deelwoord is 'heeft doorgeleefd'.
Wat betekent doorleven?
'blijven leven'
Hoe spel je doorleven?
doorleven spel je D O O R L E V E N
Wat is een ander woord voor doorleven?
Andere woorden voor doorleven zijn doorstaan, meeleven, verdragen, verduren en verteren.

Op andere websites
Zoek doorleven op Woordenlijst.org
Zoek doorleven op Google
Zoek doorleven op Wikipedia