doneren

werkw.

Uitspraak:	[do'nerə(n)]
Afbreekpatroon:	do·ne·ren
Vervoegingen:	doneerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft gedoneerd (volt.deelw.)

1) (geld) geven

Voorbeeld:	`100 euro doneren voor hulp aan de slachtoffers van de overstroming`
Synoniem:	schenken

2) (orgaan of weefsel) afstaan voor iemand die dat nodig heeft

Voorbeeld:	`een nier doneren`
doneren bij leven	((orgaan of weefsel) afstaan tijdens je leven)

geeft   geven   schenken   

• 1) Begiftigen 2) Geven 3) Geeft 4) Geld weggeven 5) Schenken 6) Geld geven aan een goed doel 7) Geld geven 8) Afstaan 9) Uitloven
• Doneren is bijdragen aan goede doelen. [basiswoordenlijst groep 7]
• geven Jaar van herkomst: 1562 (Aanv WNT )

Toon uitgebreidere definities

doneren (geven)

Wat is de verleden tijd van doneren?

De verleden tijd van doneren is 'doneerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gedoneerd'.

Wat betekent doneren?

'(geld) geven' en '(orgaan of weefsel) afstaan voor iemand die dat nodig heeft'

Hoe spel je doneren?

doneren spel je D O N E R E N

Wat is een ander woord voor doneren?

Andere woorden voor doneren zijn geeft, geven en schenken.

Zoek doneren op Woordenlijst.org
Zoek doneren op Google
Zoek doneren op Wikipedia