• kijken of men het in Keulen hoort donderen (=heel erg verbaasd kijken) • het in Keulen horen donderen (=met stomheid geslagen zijn) • daar kun je donder op zeggen (=daar mag je zeker van zijn) • daar heb je het gedonder in de glazen (=daar begint de miserie) Naar de spreekwoorden
Intensiveringen
Hoe kun je met donder een ander begrip versterken? als de donder; geen donder;
13 definities op Encyclo
[Soldatentaal, 1914] rooie donder: bieten met aardappelen door elkaar.
•een zeer luid geluid bij onweer. • [informeel] het lichaam.
dreunend geluid in de lucht vb: eerst zagen we de bliksem, toen kwam de donder Synoniem: donderslag
[aarde weer en klimaat] Donder is het geluid dat ontstaat ten gevolge van de snelle opwarming en uitzetting van de lucht langs de baan van een bliksem.
[Vergeten woorden] (m.) belangrijke Germaanse god, heer van donder en kracht [= donder, IJslands Þór, in donderdag, ~ steunen ‘kermen’]