domesticeren

werkw.

Uitspraak:	[domɛsti'serə(n)]
Afbreekpatroon:	do·mes·ti·ce·ren
Vervoegingen:	domesticeerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft gedomesticeerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) (wild dier) veranderen in een huisdier

Voorbeeld:	`Het eerste gedomesticeerde dier was de hond, daarna volgden de geit, het schaap, het varken en de koe.`
Synoniem:	temmen

2) (wilde plant) veranderen in een bruikbaar landbouwgewas

Voorbeeld:	`Voorbeelden van gedomesticeerde planten zijn aardappels, bonen, granen, druiven en tomaten.`
Synoniem:	veredelen

• 1) Tot huisdier maken
• Komt van het Latijnse woord domus: huis. Een plant of een dier is gedomesticeerd als het is aangepast aan de mens. De meeste gedomesticeerde planten en dieren zijn door het proces van selectie door de mens wezenlijk anders geworden dan de planten of dieren waaruit ze ooit zijn ontstaan. Een plant of een dier ...

Toon uitgebreidere definities

domesticeren (tot huisdier temmen)

Wat is de verleden tijd van domesticeren?

De verleden tijd van domesticeren is 'domesticeerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gedomesticeerd'.

Wat betekent domesticeren?

'(wild dier) veranderen in een huisdier' en '(wilde plant) veranderen in een bruikbaar landbouwgewas'

Hoe spel je domesticeren?

domesticeren spel je D O M E S T I C E R E N

Zoek domesticeren op Woordenlijst.org
Zoek domesticeren op Google
Zoek domesticeren op Wikipedia