dit

pronoun

Uitspraak:

[dɪt]

1) <je gebruikt dit woord als je iets aanwijst>

Voorbeeld:

`Wil je dit boek of dat boek hebben?`

2) <je gebruikt dit woord als je naar iets wijst dat dichtbij is>

Voorbeeld:

`In dit huis ben ik geboren.`

3) <je gebruikt dit woord als je over iets praat dat al eerder gezegd is>

Voorbeeld:

`Ik heb spijt van mijn oneerlijkheid. Dit doe ik nooit meer.`

dat   deze   die   

• dit loopt uit de hand (=dit is niet meer onder controle)
Naar de spreekwoorden

• •zelfstandig gebruikt. •met een onzijdig woord in het enkelvoud. (+audio)
• geeft aan dat het in de buurt is vb: dit blad heb ik uit, dat andere nog niet Tegenstelling: dat
• 1) Voorliggend 2) Niet dat 3) Voornaamwoord 4) Aanwijzend voornaamwoord 5) Dichtvorm 6) Deze 7) Dat 8) Zulks
• aanwijzend voornaamwoord Jaar van herkomst: 1201-1225 (CG II 1 Floyris )
• Een Frans-middeleeuwse tekst, meestal satirisch en/of moraliserend. Bijvoorbeeld: Dit de l`Erberie van Rutebeuf (±1620)

Toon uitgebreidere definities

• dithyrambe• ditje• ditjes• ditmaal• dito• ditransitief• dittografie

• audit• credit• pre-audit• pandit• energieaudit• pundit• kwaliteitsaudit

dit (voornaamwoord)

1. Wat is het verschil in verwijzing tussen dit en deze enerzijds en dat en die anderzijds? Zie Dit / dat, deze / die
2. Wanneer gebruik je deze, die, dit of dat? Zie Deze / die / dit / dat
3. Wat is het verschil tussen dit en dat? Zie Dit /dat

Wat betekent dit?

'<
je gebruikt dit woord als je iets aanwijst>
' en '<
je gebruikt dit woord als je naar iets wijst dat dichtbij is>
' en '<
je gebruikt dit woord als je over iets praat dat al eerder gezegd is>
'

Hoe spel je dit?

dit spel je D I T

Wat is een ander woord voor dit?

Andere woorden voor dit zijn dat, deze en die.

Zoek dit op Woordenlijst.org
Zoek dit op Google
Zoek dit op Wikipedia