de dinsdag

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  [ˈdɪnzdɑx]
Afbreekpatroon:  dins·dag
Verbuigingen:  dinsdagen (meerv.)

tweede dag van de week


7 definities op Encyclo
  • •een dag van de week die na maandag en voor woensdag komt.
  • de tweede dag van de week vb: op dinsdag moet ik naar school
  • [Let op: Spelling en uitleg uit 1890] eigenlijk dingsdag zo genoemd, òf omdat de derde dag der week hoofdzakelijk de dag voor het dhing de raad- of rechtszitting was, of wel naar den god Thingsus, onder welken Mars hier te lande vereerd werd.
  • 1) Deel van een week 2) Dag 3) Deel van de week 4) Weekdag
  • derde dag van de week
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met dinsdag:
dinsdagavonddinsdagdilemmadinsdagmiddagdinsdagmorgendinsdagnachtdinsdagnamiddagdinsdagochtenddinsdagsdinsdagsavondsdinsdagsmiddagsdinsdagsmorgensdinsdagsnachtsdinsdagsochtendsdinsdagvoormiddag

Deze woorden eindigen op dinsdag:
carnavalsdinsdag

Herkomst volgens etymologiebank.nl
dinsdag (derde dag van de week)

Taaladvies
  1. Schrijf je woorden waarmee we de tijd indelen, zoals dagdelen, dagen, maanden en seizoenen, klein, of met een hoofdletter? Zie Kleineofhoofdletters bij dagen van de week
  2. Hoe komen we aan de benamingen voor de dagen van de week? Zie dinsdag


Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de dinsdag' of 'het dinsdag'?
Het is 'de dinsdag', want dinsdag is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die dinsdag'.
Wat is het meervoud van dinsdag?
Het meervoud van dinsdag is 'dinsdagen'. Eén dinsdag, twee dinsdagen.
Wat betekent dinsdag?
'tweede dag van de week'
Hoe spel je dinsdag?
dinsdag spel je D I N S D A G

Op andere websites
Zoek dinsdag op Woordenlijst.org
Zoek dinsdag op Google
Zoek dinsdag op Wikipedia