dichtmaken

werkw.

Uitspraak:	['dɪxtmakə(n)]
Afbreekpatroon:	dicht·ma·ken
Vervoegingen:	maakte dicht (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft dichtgemaakt (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

zorgen dat iets dicht is

Voorbeelden:	`de buitenmuur dichtmaken tegen het vocht in huis`, `een open trap dichtmaken`
Synoniemen:	afsluiten, dichten

afgrendelen   afsluiten   afsluiting   borgen   dichtdoen   dichten   dichtstoppen   grendelen   het afsluiten   locken   sluiten   sluiting   stoppen   toedoen   toestoppen   toetrekken   vergrendelen   verstoppen   volstoppen   

• •een opening afsluiten. •tweede betekenisomschrijving. •enz.
• 1) Toehalen 2) Volstoppen 3) Vergrendelen 4) Verstoppen 5) Toeritsen 6) Toestoppen 7) Afstoppen 8) Afsluiting 9) Afsluiten 10) Toetrekken 11) Afgrendelen 12) Dichtdoen 13) Stoppen 14) Borgen 15) Locken 16) Dempen 17) Opvullen 18) Sluiting 19) Sluiten 20) Vullen 21) Grendelen 22) Toedoen 23) Toerijgen

Toon uitgebreidere definities

dichtmaken

Zijn werkwoorden met als eerste deel toe (`dicht`), zoals toedoen, toeklappen en toebinden standaardtaal? Zie toedoen / dichtdoen

Wat is de verleden tijd van dichtmaken?

De verleden tijd van dichtmaken is 'maakte dicht'. Het voltooid deelwoord is 'heeft dichtgemaakt'.

Wat betekent dichtmaken?

'zorgen dat iets dicht is'

Hoe spel je dichtmaken?

dichtmaken spel je D I C H T M A K E N

Wat is een ander woord voor dichtmaken?

Andere woorden voor dichtmaken zijn afgrendelen, afsluiten, afsluiting, borgen, dichtdoen, dichten, dichtstoppen, grendelen, het afsluiten, locken, sluiten, sluiting, stoppen, toedoen, toestoppen, toetrekken, vergrendelen, verstoppen en volstoppen.

Zoek dichtmaken op Woordenlijst.org
Zoek dichtmaken op Google
Zoek dichtmaken op Wikipedia