de diagnose

zelfst.naamw. (v.)

Uitspraak:	[dijɑxˈnozə]
Afbreekpatroon:	di·ag·no·se
Verbuigingen:	diagnoses (meerv.)

het vaststellen van een ziekte

Voorbeeld:

`de diagnose 'griep' stellen`

• 1. Naam van de bij een patiënt vastgestelde ziekte of aandoening. 2. Aard van de ziekte of aandoening en van de lichamelijke en geestelijke toestand van een patiënt, die bepalend zijn voor verpleging en verzorging
• Benoemen en verklaren van een probleem, meestal na onderzoek. Ouders zijn soms opgelucht dat de diagnose “leerstoornissen” gesteld is, omdat het dan eindelijk duidelijk is hoe het komt dan hun kind leerproblemen vertoont.
• het geven van een naam aan een ziekte van een patiënt
• Vaststellen van een bepaalde afwijking of ziekte.
• (ITIL Serviceproductie) Een fase in de levenscyclus van een incident en een probleem. Het doel van de diagnose is om een workaround voor een incident of de oorzaak van een probleem te vinden.

Toon uitgebreidere definities

• systeemdiagnose• doe-het-zelfdiagnose

diagnose (vaststelling o.a. van ziekte op grond van kenmerken)

Is het 'de diagnose' of 'het diagnose'?

Het is 'de diagnose', want diagnose is vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die diagnose'.

Wat is het meervoud van diagnose?

Het meervoud van diagnose is 'diagnoses'. Eén diagnose, twee diagnoses.

Wat betekent diagnose?

'het vaststellen van een ziekte'

Hoe spel je diagnose?

diagnose spel je D I A G N O S E

Zoek diagnose op Woordenlijst.org
Zoek diagnose op Google
Zoek diagnose op Wikipedia