de deurbel

zelfst.naamw. (m./v.)

Uitspraak:	['dɵ:rbɛl]
Afbreekpatroon:	deur·bel
Verbuigingen:	deurbellen (meerv.)

bel naast de buitendeur van een huis

schel   

• 1) Huisbel 2) Deurschel 3) Bel aan een huisdeur 4) Zoemer 5) Schel 6) Elektrische bel
• Bellen, gongen, zoemers of sets belletjes die in een gebouw klinken wanneer ze, meestal met een knop die zich nabij een ingang bevindt, worden geactiveerd

Toon uitgebreidere definities

Schrijf je herhalingen van een lettergreep of een woorddeel in een woord aan elkaar? Zie Dingdong / ding dong, daar gaat de bel!

Is het 'de deurbel' of 'het deurbel'?

Het is 'de deurbel', want deurbel is mannelijk en vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die deurbel'.

Wat is het meervoud van deurbel?

Het meervoud van deurbel is 'deurbellen'. Eén deurbel, twee deurbellen.

Wat betekent deurbel?

'bel naast de buitendeur van een huis'

Hoe spel je deurbel?

deurbel spel je D E U R B E L

Wat is een ander woord voor deurbel?

Een ander woord deurbel is schel.

Zoek deurbel op Woordenlijst.org
Zoek deurbel op Google
Zoek deurbel op Wikipedia