de dekker

zelfst.naamw. (m.)
Verbuigingen:  dekkers
Verbuigingen:  dekkertje

1) iemand die dekt

2) iets wat uit dekken is samengesteld


Bron: WikiWoordenboek.

5 definities op Encyclo
  • Uit `De lagere vaktalen: De stroodekkerstaal.` 1914 stroodekker.
  • Uit `De lagere vaktalen: De tabakbewerkerstaal` 1914 voor dek uitgesneden stuk blad.
  • 'Dekker' is een van oorsprong Nederlandse achternaam, die mogelijk is afgeleid van het beroep dakdekker.
  • (Bargoens, 1914) hoed
  • 1) Iemand die dakbedekking aanbrengt 2) Beroep 3) Nederlandse wielrenner 4) Nederlandse toonkunstenaar 5) Nederlandse dirigent 6) Schrijver
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden eindigen op dekker:
dubbeldekkertweedekkerdakdekkerrietdekkerontdekkermandekkerleidekkereendekkerdriedekker

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de dekker' of 'het dekker'?
Het is 'de dekker', want dekker is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die dekker'.
Wat betekent dekker?
'iemand die dekt' en 'iets wat uit dekken is samengesteld'
Hoe spel je dekker?
dekker spel je D E K K E R

Op andere websites
Zoek dekker op Woordenlijst.org
Zoek dekker op Google
Zoek dekker op Wikipedia