de deken

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	[ˈdekə(n)]
Afbreekpatroon:	de·ken
Verbuigingen:	dekens (meerv.)

rechthoekig kleed waaronder je op je bed ligt

Voorbeeld:	`'s winters een extra deken hebben tegen de kou`
elektrische deken	(deken die je kunt opwarmen met elektrische stroom) `de elektrische deken aanzetten voordat je gaat slapen`
het deken Vlaams	(in Vlaanderen wordt het lidwoord 'het' gebruikt, in Nederland 'de')

beddedeken   dek   dekbed   hoofd   

• samen onder een deken liggen (=een gezamenlijk standpunt innemen)
• een natte deken (=een borrel)
Naar de spreekwoorden

Hoe kun je met deken een ander begrip versterken?
als een warme deken;

• [Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Deken, dekkleed``] Zie Paardentuig
• •een (vaak dik) doek, met de functie om iemand te bedekken en daarmee warm te houden tijdens de slaap. •"(advocatuur)" voorzitter van de Nederlandse orde van advocaten. •een kerkelijk of academisch ambt.
• warme lap om onder te slapen vb: er lagen drie dekens op het bed
• [Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (Rooms Katholiek), priester, gewoonlijk pastoor van een der voornaamste parochies, niet altijd van de hoofdplaats van het dekenaat, staande aan het hoofd der geestelijken van een dekenaat; ook: district van een bisdom. (Lat. decanus, oorspronkelijk een kloostertitel, hoof...
• [Bargoens, boeventaal] (groene), het gras. Luimen op de groene deken. (Op ’t gras slapen).

Toon uitgebreidere definities

• dekenaal• dekenaat• dekenij• dekenkist

• donsdeken• zweetdeken• wolkendeken• snelheidsdeken• paardendeken• oud-deken• onderdeken• lappendeken• lapjesdeken• landdeken• koordeken• kardinaal-deken• gildedeken• fleecedeken• blusdeken• baddeken

1. deken (beddek)
2. deken (overste, hoofd)

(het / de -) Wat is correct: Als ik slaap, trek ik het deken tot aan mijn kin of Als ik slaap, trek ik de deken tot aan mijn kin? Zie Deken

Is het 'de deken' of 'het deken'?

Het is 'de deken', want deken is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die deken'.

Wat is het meervoud van deken?

Het meervoud van deken is 'dekens'. Eén deken, twee dekens.

Wat betekent deken?

'rechthoekig kleed waaronder je op je bed ligt'

Hoe spel je deken?

deken spel je D E K E N

Wat is een ander woord voor deken?

Andere woorden voor deken zijn beddedeken, dek, dekbed en hoofd.

Zoek deken op Woordenlijst.org
Zoek deken op Google
Zoek deken op Wikipedia