het deelwoord

zelfst.naamw.

Uitspraak:	['delwort]
Afbreekpatroon:	deel·woord
Verbuigingen:	deelwoorden (meerv.)

specifieke werkwoordsvorm ^taalkunde

Synoniem:	participium
tegenwoordig/onvoltooid deelwoord	() `Het tegenwoordig deelwoord van 'lopen' is 'lopend'.` Synoniem: participium praesens
voltooid/verleden deelwoord	() `Het voltooid deelwoord van 'lopen' is 'gelopen'.` Synoniem: participium perfectum

• •een vorm van een werkwoord die als bijvoeglijk naamwoord gebruikt wordt.
• 1) Vorm van een werkwoord 2) Participium 3) Deel van een woord 4) Taalkundige term 5) Vorm van het werkwoord
• bijzondere vorm van het werkwoord onvoltooid (tegenwoordig) deelwoord: stelt de handeling van het werkwoord voor als in gang zijnde een vallend blad voltooid (verleden) deelwoord: stelt de handeling voor als reeds gebeurd een gevallen blad
• De vorm van het werkwoord die de werking als attribuut van een zelfstandigheid voorstelt. Synoniem: participium
• Een deelwoord (of: participium) is een vormcategorie van het werkwoord. Deelwoorden worden onderscheiden in tegenwoordige (bijv. levend) en voltooide deelwoorden (bijv. geleefd). Ze komen voor als deel van het gezegde, maar worden ook gebruikt als bijvoeglijke naamwoorden. Voorbeelden:

Toon uitgebreidere definities

• voltooid deelwoord• verleden deelwoord• tegenwoordig deelwoord• onvoltooid deelwoord

deelwoord (naamwoordelijke vorm van een werkwoord)

Is het 'de deelwoord' of 'het deelwoord'?

Het is 'het deelwoord', want deelwoord is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat deelwoord'.

Wat is het meervoud van deelwoord?

Het meervoud van deelwoord is 'deelwoorden'. Eén deelwoord, twee deelwoorden.

Wat betekent deelwoord?

'specifieke werkwoordsvorm'

Hoe spel je deelwoord?

deelwoord spel je D E E L W O O R D

Zoek deelwoord op Woordenlijst.org
Zoek deelwoord op Google
Zoek deelwoord op Wikipedia