het deeg

zelfst.naamw.

Uitspraak:

[dex]

mengsel van meel, water of melk en andere ingrediënten om brood of gebak van te bakken ^culinair

Voorbeelden:

`deeg laten rijzen`, `cakedeeg`

• een koekje van eigen deeg (=iets geven (of krijgen) wat oorspronkelijk bedacht is door degene die het krijgt (of geeft))
Naar de spreekwoorden

• Uit `De lagere vaktalen: De steenbakkerstaal` 1914 steenspijs, klei met water bereid.
• deeg, meestal korstdeeg voor taarten en pasteien
• Kneedbare grondstof voor divers gebak en-of brood, minstens bestaande uit een meelsoort en een vloeibare component. https://www.kokswereld.nl/content-culinairwoordenboek.html
• •het ongebakken kneedbare uitgangsmateriaal voor het bakken van diverse broden en gebak, vervaardigd van meel aangevuld met rijsmiddelen (gist, bakpoeder, ei, ...), vloeistoffen (melk, water, ...) en smaakstoffen zoals suiker en zout.
• gekneed mengsel vb: voor het deeg van pasta heb je tarwemeel en water nodig iemand een koekje van eigen deeg geven [hem net zo slecht behandelen als hij anderen behandelt]

Toon uitgebreidere definities

• deegbal• deeglap• deegrol• deegroller• deegsnijder• deegsoort• deegwaar• deegwaren

• bladerdeeg• zuurdeeg• pizzadeeg• kruimeldeeg• korstdeeg• koekjesdeeg• koekdeeg• filodeeg• brooddeeg

1. deeg (iets goeds)
2. deeg (mengsel)

Is het 'de deeg' of 'het deeg'?

Het is 'het deeg', want deeg is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat deeg'.

Wat betekent deeg?

'mengsel van meel, water of melk en andere ingrediënten om brood of gebak van te bakken'

Hoe spel je deeg?

deeg spel je D E E G

Zoek deeg op Woordenlijst.org
Zoek deeg op Google
Zoek deeg op Wikipedia