I de debiel

zelfst.naamw. (m./v.)

1) iemand met weinig verstandelijke vermogens

Voorbeeld:	`instellingen waar debielen wonen`
Synoniem:	zwakzinnige

2) iemand die zich stom en bespottelijk gedraagt ^informeel

Voorbeeld:	`Wat zijn dit voor idiote maatregelen. De stad wordt bestuurd door debielen!`
Synoniemen:	lulhannes, stommeling

II debiel

bijv.naamw.

Uitspraak:	[də'bil]
Afbreekpatroon:	de·biel

1) met weinig verstandelijke vermogens

Voorbeeld:	`een debiel zusje hebben`
Synoniem:	zwakzinnig

2) stom en bespottelijk

Voorbeelden:	`Bij strenge vorst in zee gaan zwemmen. Wat een debiel idee!`, `op zo'n debiele toon tegen kleine kinderen praten`
Synoniem:	belachelijk

Synoniemen

7 definities op Encyclo

•("verouderd") iemand die licht zwakzinnig is •("beledigend") bespottelijk iemand
1) Zwakzinnig 2) Zeer traag van begrip 3) Dement 4) Zeer stompzinnig 5) Machteloos 6) Mafkees 7) Ezelachtig 8) Imbeciel 9) Idioot 10) Onintelligent 11) Zwakbegaafd 12) Zwakzinnige 13) Achterlijk 14) Beperkt van verstand 15) Achterlijk mens 16) Dom 17) Aartsdom
Debiel is stom, achterlijk. Het is een wat ouderwetse aanduiding voor iemand met een lichte verstandelijke beperking of een verstandelijke ontwikkelingsstoornis. [basiswoordenlijst groep 6]
Gek
zwakte

Deze woorden eindigen op debiel:

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

Het is 'de debiel', want debiel is mannelijk en vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die debiel'.

Het meervoud van debiel is 'debielen'. Eén debiel, twee debielen.

'iemand met weinig verstandelijke vermogens' en 'iemand die zich stom en bespottelijk gedraagt'

debiel spel je D E B I E L

Andere woorden voor debiel zijn dement, dom, gek, idioot, imbeciel, mafkees, mafketel, waanzinnige, zot en zwakzinnig.

Op andere websites