het dagdeel
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | ['dɑxdel] |
| Afbreekpatroon: | dag·deel |
| Verbuigingen: | dagdelen (meerv.) |
gedeelte van een dag | Voorbeelden: | `Ik werk vijf dagdelen per week.`, `een vergaderruimte reserveren voor een dagdeel` | |
2 definities op Encyclo
- 1) Tijdmaat 2) Deel van een etmaal 3) Deel van de dag
- Ochtend of middag of avond.
Toon uitgebreidere definitiesVraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de dagdeel' of 'het dagdeel'?
Het is 'het dagdeel', want dagdeel is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat dagdeel'.
Wat is het meervoud van dagdeel?
Het meervoud van dagdeel is 'dagdelen'. Eén dagdeel, twee dagdelen.
Wat betekent dagdeel?
'gedeelte van een dag'
Hoe spel je dagdeel?
dagdeel spel je D A G D E E L Op andere websites
Zoek
dagdeel op Woordenlijst.org
Zoek
dagdeel op Google
Zoek
dagdeel op Wikipedia