dagdagelijks

bijv.naamw.
Uitspraak:  [dɑx'daxələks]
Afbreekpatroon:  dag·da·ge·lijks

1) die of dat iedere dag weer gebeurt
Voorbeeld:  `Ik kom het tegenwoordig dagdagelijks tegen, die haat en onverdraagzaamheid.`
Synoniem:  dagelijks

2) gewoon
Voorbeeld:  `Hoe geraken al die mensen zonder internet door hun dagdagelijks leven?`
Synoniemen:  alledaags, gewoon


2 definities op Encyclo
  • `Jeukwoord.` Synoniem: dagelijks
  • 1) Doordeweeks
Toon uitgebreidere definities

Taaladvies
Is dagdagelijks een correct woord? Zie Dagdagelijks / dagelijks

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat betekent dagdagelijks?
'die of dat iedere dag weer gebeurt' en 'gewoon'
Hoe spel je dagdagelijks?
dagdagelijks spel je D A G D A G E L I J K S

Op andere websites
Zoek dagdagelijks op Woordenlijst.org
Zoek dagdagelijks op Google
Zoek dagdagelijks op Wikipedia