dadelijk

bijwoord

Uitspraak:	[ˈdadələk]
Afbreekpatroon:	da·de·lijk

1) onmiddellijk, meteen

Voorbeelden:

`Je moet dit dadelijk doen.`, `Ja, ik doe dit zo dadelijk.`

2) na korte tijd

Voorbeeld:

`Dadelijk ga ik weer aan het werk.`

aanstonds   daarnet   daarstraks   direct   gelijk   juist   meteen   net   onmiddellijk   pas   schielijk   strakjes   subiet   terstond   zo   zo meteen   

• •spoedig. •als je niet oppast, als je zo doorgaat.
• zonder te wachten vb: wil je dadelijk komen! Synoniemen: direct [2] gelijk [3] meteen onmiddellijk [2] ogenblikkelijk acuut [2] Tegenstellingen: straks zo aanstonds over een poosje vb: wacht even, ik kom dadelijk wel Synoniemen: straks zo aanstonds Tegenstellingen: direct [2] gelijk [3] meteen onmiddellijk [2...
• 1) Meteen 2) Zonder verwijl 3) Prompt 4) Onverwijld 5) Net 6) Eensklaps 7) Paraat 8) Snel 9) Ogenblikkelijk 10) Voort 11) Onmiddellijk 12) Direct 13) À la minute 14) Subiet 15) Geredelijk 16) Bijwoord 17) Gelijk 18) Terstond 19) Over een tijdje 20) Zonder dralen 21) Zo meteen 22) Zonder verlet 23) Zo aanston...
• aanstonds
• bijwoord van tijd: aanstonds Jaar van herkomst: 1626 (WNT )

Toon uitgebreidere definities

• zo dadelijk

dadelijk (aanstonds, meteen)

1. Waar komt op stel en sprong vandaan? Zie Op stel en sprong
2. Wat is juist: zometeen of zo meteen? Zie Zometeen / zo meteen

Wat betekent dadelijk?

'onmiddellijk, meteen' en 'na korte tijd'

Hoe spel je dadelijk?

dadelijk spel je D A D E L I J K

Wat is een ander woord voor dadelijk?

Andere woorden voor dadelijk zijn aanstonds, daarnet, daarstraks, direct, gelijk, juist, meteen, net, onmiddellijk, pas, schielijk, strakjes, subiet, terstond, zo en zo meteen.

Zoek dadelijk op Woordenlijst.org
Zoek dadelijk op Google
Zoek dadelijk op Wikipedia