culpabiliseren

werkw.
Uitspraak:  [kʏlpabili'zerə(n)]
Afbreekpatroon:  cul·pa·bi·li·se·ren
Vervoegingen:  culpabiliseerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft geculpabiliseerd (volt.deelw.)

(iemand) beschuldigen, zich schuldig laten voelen
Voorbeeld:  `Het heeft geen enkele zin om groepen mensen te stigmatiseren of te culpabiliseren: problemen zijn er om opgelost te worden.`


Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van culpabiliseren?
De verleden tijd van culpabiliseren is 'culpabiliseerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft geculpabiliseerd'.
Wat betekent culpabiliseren?
'(iemand) beschuldigen, zich schuldig laten voelen'
Hoe spel je culpabiliseren?
culpabiliseren spel je C U L P A B I L I S E R E N

Op andere websites
Zoek culpabiliseren op Woordenlijst.org
Zoek culpabiliseren op Google
Zoek culpabiliseren op Wikipedia