communiceren

werkw.

Uitspraak:	[kɔmyniˈserə(n)]
Afbreekpatroon:	com·mu·ni·ce·ren
Vervoegingen:	communiceerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft gecommuniceerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

contact hebben (met iemand)

Voorbeeld:

`Communiceren met iemand die een andere taal spreekt is soms moeilijk.`

Synoniemen

6 definities op Encyclo

boodschappen overbrengen of uitwisselen vb: over dat onderwerp hebben wij niet gecommuniceerd communicerende vaten [die met elkaar in verbinding staan]
1) In verbinding staan 2) Mededelen 3) Overbrengen 4) Nader tot de heilige tafel 5) Praten 6) Sacramenten toedienen 7) Contact 8) Spreken 9) Kennisgeven
advocatuur: gesprekken en correspondentie. Bijv. de ~ tussen de procespartijen verloopt stroef. ...
Communicatie is het uitwisselen van gevoelens en gedachten. Je gaat met elkaar in gesprek en deelt informatie om elkaar beter te begrijpen. [basiswoordenlijst groep 6]
Het overbrengen van een gewaarwording, kennis of informatie op anderen. Categorie: Functionele activiteiten > communicatiefuncties.

Deze woorden beginnen met communiceren:

Deze woorden eindigen op communiceren:

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Taaladvies

Is het correct om het werkwoord communiceren te combineren met een lijdend voorwerp, bijvoorbeeld: We zullen dit besluit communiceren via onze website? Zie Communiceren: iets communiceren
Wat is correct: De club moet de nieuwe regels duidelijk communiceren naar de leden of De club moet de nieuwe regels duidelijk communiceren aan de leden? Zie communiceren naar / communiceren aan
Kan `iets` wel gecommuniceerd worden? Zie Communiceren

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

De verleden tijd van communiceren is 'communiceerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gecommuniceerd'.

'contact hebben (met iemand)'

communiceren spel je C O M M U N I C E R E N

Andere woorden voor communiceren zijn een conversatie hebben, in contact staan, overbrengen, praten en spreken.

Op andere websites

Recentelijk gezocht