circuleren

werkw.
Uitspraak:  [sɪrkyˈlerə(n)]
Afbreekpatroon:  cir·cu·le·ren
Vervoegingen:  circuleerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gecirculeerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

rondgaan (in iets);
zich verspreiden
Voorbeeld:  `Er circuleren allerlei geruchten.`


Synoniemen
doorstromen   in omloop zijn   rondzenden   rouleren   

3 definities op Encyclo
  • rondgaan, de ronde doen vb: het bloed circuleert door je lichaam
  • 1) Rondzenden 2) Doorstromen 3) Rouleren 4) In omloop zijn 5) Rondgaan
  • rondgaan Jaar van herkomst: 1663 (MEY )
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
circuleren (rondgaan)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van circuleren?
De verleden tijd van circuleren is 'circuleerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gecirculeerd'.
Wat betekent circuleren?
'rondgaan (in iets);
zich verspreiden'
Hoe spel je circuleren?
circuleren spel je C I R C U L E R E N
Wat is een ander woord voor circuleren?
Andere woorden voor circuleren zijn doorstromen, in omloop zijn, rondzenden en rouleren.

Op andere websites
Zoek circuleren op Woordenlijst.org
Zoek circuleren op Google
Zoek circuleren op Wikipedia