de cipier

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	[siˈpir]
Afbreekpatroon:	ci·pier
Verbuigingen:	cipiers (meerv.)

beroep van iemand die mensen in de gevangenis bewaakt

Synoniem:

gevangenbewaarder

bewaker   gevangenbewaar   gevangenbewaarder   gevangenisbewaar   gevangenisbewaarder   wacht   

• •een gevangenbewaarder.
• iemand die gevangenen bewaakt vb: de cipier sloot hem in zijn cel
• Let op: Spelling van 1858 gevangenbewaarder, stokwachter.
• [Let op: Spelling en uitleg uit 1890] gevangenbewaarder; van oudfr. cippier, en dit van Latijn cippus = stok, een strafwerktuig waarin men de voeten der misdadigers sloot. Alzoo was de oude betekenis van cipier = stokbewaarder.
• 1) Gevangenbewaarder 2) Stokbewaarder 3) Tuchtmeester 4) Gevangenbewaker 5) Gevangenenbewaker 6) Wacht 7) Bewaker 8) Suppoost 9) Bewaarder van gevangene 10) Wachter 11) Geleider 12) Bewaarder 13) Celwacht 14) Beroep 15) Opzichter in gevangenis 16) Gevangenisbewaarder 17) Oppasser 18) Provoost 19) Rasphuisvade...

Toon uitgebreidere definities

cipier (gevangenbewaarder)

Is het 'de cipier' of 'het cipier'?

Het is 'de cipier', want cipier is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die cipier'.

Wat is het meervoud van cipier?

Het meervoud van cipier is 'cipiers'. Eén cipier, twee cipiers.

Wat betekent cipier?

'beroep van iemand die mensen in de gevangenis bewaakt'

Hoe spel je cipier?

cipier spel je C I P I E R

Wat is een ander woord voor cipier?

Andere woorden voor cipier zijn bewaker, gevangenbewaar, gevangenbewaarder, gevangenisbewaar, gevangenisbewaarder en wacht.

Zoek cipier op Woordenlijst.org
Zoek cipier op Google
Zoek cipier op Wikipedia