carpoolen

werkw.
Uitspraak:  [ˈkɑrpulə(n)]
Afbreekpatroon:  car·poo·len
Vervoegingen:  carpoolde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gecarpoold (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

mensen mee laten rijden in je auto
Voorbeeld:  `Door de files en de luchtvervuiling wordt carpoolen steeds populairder.`
Synoniem:  autodelen


Synoniemen
autodelen   

6 definities op Encyclo
  • 'Carpoolen' of 'autopoolen' is het deelgebruik van de auto, voornamelijk voor het woon-werkverkeer. Carpoolen, 'autopoolen' genoemd, werd populair bij de oliecrisis van 1973.
  • • [inerg] een auto delen voor het woon- werkverkeer.
  • met anderen een auto delen vb: als we allemaal zouden carpoolen waren er minder files
  • 1) Ritdelen 2) Gezamenlijk woon- werkverkeer 3) Het deelgebruik van auto 4) Samen naar het werk rijden 5) Autodelen
  • Forenzen die met elkaar meerijden in plaats van elk afzonderlijk met de auto naar het werk te gaan. Daardoor kan het aantal files of de lengte van de files afnemen.
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
carpoolen (met elkaar in de auto meerijden)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van carpoolen?
De verleden tijd van carpoolen is 'carpoolde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gecarpoold'.
Wat betekent carpoolen?
'mensen mee laten rijden in je auto'
Hoe spel je carpoolen?
carpoolen spel je C A R P O O L E N
Wat is een ander woord voor carpoolen?
Een ander woord carpoolen is autodelen.

Op andere websites
Zoek carpoolen op Woordenlijst.org
Zoek carpoolen op Google
Zoek carpoolen op Wikipedia