de buitenstaander

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	[ˈbœytə(n)standər]
Afbreekpatroon:	bui·ten·staan·der
Verbuigingen:	buitenstaanders (meerv.)

iemand die niet bij een groep of vakgebied hoort

Voorbeelden:

`Een toespraak die voor buitenstaanders onbegrijpelijk is.`, `Ze wonen al lange tijd in de wijk, maar hebben weinig contact met de buren. Ze zijn altijd buitenstaanders gebleven.`

leek   outsider   insider (antoniem)   

• iemand die er niet bij hoort vb: zij is altijd een buitenstaander geweest iemand die er niets van af weet vb: dat gesprek was voor een buitenstaander niet te volgen
• 1) Niet-ingewijde 2) Kantlid 3) Outsider 4) Derde 5) Ondeskundige 6) Iemand die er niet bij hoort 7) Niet-betrokkene 8) Leek 9) Oningewijde

Toon uitgebreidere definities

Is het 'de buitenstaander' of 'het buitenstaander'?

Het is 'de buitenstaander', want buitenstaander is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die buitenstaander'.

Wat is het meervoud van buitenstaander?

Het meervoud van buitenstaander is 'buitenstaanders'. Eén buitenstaander, twee buitenstaanders.

Wat betekent buitenstaander?

'iemand die niet bij een groep of vakgebied hoort'

Hoe spel je buitenstaander?

buitenstaander spel je B U I T E N S T A A N D E R

Wat is een ander woord voor buitenstaander?

Andere woorden voor buitenstaander zijn leek en outsider.

Wat is het tegenovergestelde van buitenstaander?

Een antoniem van buitenstaander is insider.

Zoek buitenstaander op Woordenlijst.org
Zoek buitenstaander op Google
Zoek buitenstaander op Wikipedia