budgetteren

werkw.

Uitspraak:	[bʏdʒɛ'terə(n)]
Afbreekpatroon:	bud·get·te·ren
Vervoegingen:	budgetteerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft gebudgetteerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

(bedragen) in een begroting opnemen

Voorbeeld:

`kosten en uitgaven van je gezin budgetteren`

• budgetteren
• (1) Het toekennen van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden aan de hand van in de vorm van budgetten uitgedrukte opdrachten. (2) Het periodiek door te voeren proces dat leidt tot vaststelling van operationele doelen voor een bepaalde periode op grond waarvan toedeling van middelen en bevoegdheden plaat...
• 1) Opmaken van een begroting 2) Begroten 3) Beramen
• Budgetteren is het overzichtelijk opstellen van een compleet van maandelijkse in- en uitgaven in de oude en nieuwe situatie.
• Het overszichtelijk opstellen van een compleet van maandelijkse in- en uitgaven in de oude en nieuwe situatie.

Toon uitgebreidere definities

Is dit juist: het te besteden budget? Zie het te besteden budget

Wat is de verleden tijd van budgetteren?

De verleden tijd van budgetteren is 'budgetteerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gebudgetteerd'.

Wat betekent budgetteren?

'(bedragen) in een begroting opnemen'

Hoe spel je budgetteren?

budgetteren spel je B U D G E T T E R E N

Zoek budgetteren op Woordenlijst.org
Zoek budgetteren op Google
Zoek budgetteren op Wikipedia