bubbelen

werkw.
Uitspraak:  ['bʏbələ(n)]
Afbreekpatroon:  bub·be·len
Vervoegingen:  bubbelde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gebubbeld (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

bubbels maken
Voorbeeld:  `Hier en daar bubbelde het moeraswater.`

Zie ook:  bubbel


2 definities op Encyclo
  • 1) Luchtbelletjes vertonen
  • in beweging zijn door opstijgend(e) lucht of gas
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van bubbelen?
De verleden tijd van bubbelen is 'bubbelde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gebubbeld'.
Wat betekent bubbelen?
'bubbels maken'
Hoe spel je bubbelen?
bubbelen spel je B U B B E L E N

Op andere websites
Zoek bubbelen op Woordenlijst.org
Zoek bubbelen op Google
Zoek bubbelen op Wikipedia