de bruidegom

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  [ˈbrœydəxɔm]
Afbreekpatroon:  brui·de·gom
Verbuigingen:  bruidegoms (meerv.)

man op zijn trouwdag
Antoniem:  bruid


Synoniemen
bruid (antoniem)   

Intensiveringen
Hoe kun je met bruidegom een ander begrip versterken?
verheugd als een bruidegom;

8 definities op Encyclo
  • 'Bruidegom' is de benaming voor een man op de dag dat hij trouwt. Een bruidegom gaat op de dag van zijn huwelijk meestal gekleed in een speciaal 'trouwpak' of 'trouwkostuum'.
  • •man die in het huwelijk treedt.
  • man die trouwt vb: de bruidegom ging met de bruid naar het stadhuis
  • 1) Ondertrouwde 2) Ondertrouwde man 3) Man in ondertrouw 4) Man die trouwt 5) Verloofde 6) Echtgenoot 7) Man die gaat trouwen 8) Huwelijkspartner
  • Een bruidegom is een man op zijn trouwdag. [basiswoordenlijst groep 3]
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met bruidegom:
bruidegomspijp

Herkomst volgens etymologiebank.nl
bruidegom (man van de bruid)

Taaladvies
  1. Wat is correct: bruidslijst of huwelijkslijst? Zie Bruidslijst / huwelijkslijst
  2. Wat is correct: bruidegom of bruidengom? Zie bruidegom / bruidengom


Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de bruidegom' of 'het bruidegom'?
Het is 'de bruidegom', want bruidegom is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die bruidegom'.
Wat is het meervoud van bruidegom?
Het meervoud van bruidegom is 'bruidegoms'. Eén bruidegom, twee bruidegoms.
Wat betekent bruidegom?
'man op zijn trouwdag'
Hoe spel je bruidegom?
bruidegom spel je B R U I D E G O M
Wat is het tegenovergestelde van bruidegom?
Een antoniem van bruidegom is bruid.

Op andere websites
Zoek bruidegom op Woordenlijst.org
Zoek bruidegom op Google
Zoek bruidegom op Wikipedia