de broek

zelfst.naamw. (m./v.)
Uitspraak:  [bruk]
Verbuigingen:  broeken (meerv.)

kledingstuk met pijpen om je benen
Voorbeeld:  `een broek dragen`
korte broek  (broek met korte pijpen)
lange broek  (broek met lange pijpen)
de broek aanhebben  (de baas zijn over je partner)
het in je broek doen  (je plas niet kunnen ophouden)


Synoniemen
drasland   moer   moeras   pantalon   

Spreekwoorden en zegswijzen
• het in zijn broek doen (=in de broek plassen van schrik of van het lachen)
• het een eind uit de broek laten hangen (=royaal zijn)
• een te grote broek aantrekken (=een doel stellen waarvoor je niet de benodigde middelen hebt)
• een mier in de broek hebben (=ongeduldig zijn)
• dun door de broek lopen. (=als iets niet mee zal vallen)
Toon alle 8 spreekwoorden die broek bevatten

Intensiveringen
Hoe kun je met broek een ander begrip versterken?
het in je broek doen van angst; je de ballen uit de broek;

20 definities op Encyclo
  • Uit `De lagere vaktalen: Taal der smeden en koperslagers ` 1914 ijzeren gesmede band, die een voorwerp omsluit en bijeenhoudt.
  • [I] kledingstuk; broekvormig voorwerp; lang touw [II] laag drassig land
  • •kledingstuk met twee afzonderlijke pijpen voor beide benen. • [n] : een moerassig gebied. • [valkerij] de vederen die de onderbuik en het halve loopbeen bedekken en in rust vaak de hele poot.
  • kledingstuk met twee pijpen dat om je benen en je billen zit vb: ze draagt een broek als het koud is een pak voor zijn broek krijgen [klappen tegen zijn achterwerk] een broekje [een jong en onervaren iemand] dat zal je dun door de broek lopen [lelijk tegenvallen] de broek aan hebben [de baas zijn] iemand acht...
  • [Let op: Spelling en uitleg uit 1890] uitgang van vele plaatsnamen, b.v. ‘Zuidbroek’, betekent laag en drassig land.
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met broek:
broekbalkbroekbandbroekenmanbroekhoestbroekiebroekjesruilbroekkousenbroeklandbroekpakbroekriembroekrokbroeksbandbroekspijpbroekventbroekzakbroekzakbeller

Deze woorden eindigen op broek:
onderbroekspijkerbroekzwembroekzomerbroekwielrenbroekwerkbroektuinbroektrasbroektrainingsbroekstretchbroeksportbroekslobbroekskibroekschijtebroekrijbroekribbroekregenbroekpyjamabroekpush-upzwembroekpofbroek

Herkomst volgens etymologiebank.nl
  1. broek (drassig lang)
  2. broek (kledingstuk)


Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de broek' of 'het broek'?
Het is 'de broek', want broek is mannelijk en vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die broek'.
Wat is het meervoud van broek?
Het meervoud van broek is 'broeken'. Eén broek, twee broeken.
Wat betekent broek?
'kledingstuk met pijpen om je benen'
Hoe spel je broek?
broek spel je B R O E K
Wat is een ander woord voor broek?
Andere woorden voor broek zijn drasland, moer, moeras en pantalon.

Op andere websites
Zoek broek op Woordenlijst.org
Zoek broek op Google
Zoek broek op Wikipedia