breien

werkw.

Uitspraak:	[ˈbrɛijə(n)]
Afbreekpatroon:	brei·en
Vervoegingen:	breide (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft gebreid (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

met breipennen en wol iets maken

Voorbeeld:

`een trui breien`

Zie ook:

brei

• er een eind/punt aan breien (=snel tot een afsluiting komen (bijvoorbeeld van een toespraak))
Naar de spreekwoorden

• maken met behulp van twee lange naalden en wol, katoen etc. vb: oma breit elk jaar een trui voor mij
• (lijnen) Het breien van lijnen is vaak een handeling wanneer het schip nachtklaar wordt gemaakt, en is het ophangen van een lijn zonder dat er schade of geluidshinder kan ontstaan.
• 1) Naaldvak 2) Naaldwerken 3) Handwerktechniek 4) Dameshandwerk 5) Knopen 6) Handwerken 7) Strikken 8) Vorm van handwerken 9) Gangwerk 10) Ineenvlechten 11) Handwerkactiviteit 12) Hobby met pennen 13) Handwerk 14) Vrouwenhandwerk 15) Nokken
• Breien doe je met twee, soms drie, breipennen . Met de breipennen zorg je ervoor dat de wol op een bepaalde manier aan elkaar vast komt. Dit noem je de breisteken. [basiswoordenlijst groep 3]
• draden strikken

Toon uitgebreidere definities

• rechtbreien• aanbreien

breien (met naalden weefsels maken)

1. Schrijf je breien met ei of ij? Zie breien / brijen
2. Schrijf je breigaren met ei of ij? Zie breigaren / brijgaren
3. Schrijf je inbreien met ei of ij? Zie inbreien / inbrijen

Wat is de verleden tijd van breien?

De verleden tijd van breien is 'breide'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gebreid'.

Wat betekent breien?

'met breipennen en wol iets maken'

Hoe spel je breien?

breien spel je B R E I E N

Zoek breien op Woordenlijst.org
Zoek breien op Google
Zoek breien op Wikipedia