breekbaar

bijv.naamw.

Uitspraak:	[ˈbrekbar]
Afbreekpatroon:	breek·baar

dat gemakkelijk breekt

Voorbeeld:	`breekbaar glas`
een breekbaar oudje	(een zwakke bejaarde)

broos   bros   delicaat   fijn   fijngevoelig   fragiel   frèle   iel   kwetsbaar   teder   teer   tenger   zwak   

• •de eigenschap hebbend gemakkelijk te breken. •tweede betekenisomschrijving.
• wat gemakkelijk stuk kan gaan vb: pas op, dat cadeau is breekbaar! Synoniemen: teer delicaat broos
• 1) Onsterk 2) Te breken 3) Kwetsbaar 4) Aanwijzing op brief 5) Tenger 6) Teer 7) Krokant 8) Fijngevoelig 9) Fijn 10) Gauw te breken 11) Iel 12) Teder 13) Bros 14) Frêle 15) Fragiel 16) Zwak 17) Broos 18) Delicaat

Toon uitgebreidere definities

• breekbaarheid

• onbreekbaar• onverbreekbaar• afbreekbaar

Wat betekent breekbaar?

'dat gemakkelijk breekt'

Hoe spel je breekbaar?

breekbaar spel je B R E E K B A A R

Wat is een ander woord voor breekbaar?

Andere woorden voor breekbaar zijn broos, bros, delicaat, fijn, fijngevoelig, fragiel, frèle, iel, kwetsbaar, teder, teer, tenger en zwak.

Zoek breekbaar op Woordenlijst.org
Zoek breekbaar op Google
Zoek breekbaar op Wikipedia