branden

werkw.
Uitspraak:  [ˈbrɑndə(n)]
Afbreekpatroon:  bran·den
Vervoegingen:  brandde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft gebrand (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) in brand staan
Voorbeeld:  `Het huis brandt al urenlang.`

2) pijn hebben door te grote hitte of door gloeien
Voorbeelden:  `je hand branden aan een hete pan`,
`brandende lippen`

3) (van lampen, kachels) licht of warmte geven
Voorbeeld:  `Je hebt het licht in de kelder laten branden.`
Synoniem:  aan zijn

4) (een cd) maken
Voorbeeld:  `gegevens op een cd branden`

Zie ook:  brand


Synoniemen
afbranden   bijten   blakeren   brandmerken   fikken   inbranden   markeren   smeulen   stoken   vastleggen   verbranden   verschroeien   verzengen   zengen   

Spreekwoorden en zegswijzen
• te veel vuur in een stoof doet ze branden (=te veel is schadelijk)
• kijken of men water ziet branden (=heel erg verbaasd kijken)
• je vingers aan iets branden (=zich in iets vergissen, nadeel aan iets ondervinden)
• je kaars aan twee kanten branden (=zijn krachten of mogelijkheden al te vroeg verspillen)
• een kaars voor de duivel branden (=slechte daden goedpraten omdat er je er voordeel uit kan halen)
Toon alle 8 spreekwoorden die branden bevatten

Intensiveringen
Hoe kun je met branden een ander begrip versterken?
brandhelder; branden van ambitie; branden van hartstocht; branden van liefde; branden van nieuwsgierigheid; branden van ongeduld; branden van verlangen; brandend heet; brandende dorst; brandende liefde; brandende vraag
Hoe kun je branden krachtiger uitdrukken?
branden als de hel; branden als een fakkel; branden als een lier;

18 definities op Encyclo
  • [Soldatentaal, 1914] zich branden. Zie lamp.
  • Uit `De lagere vaktalen: Taal der bouwbedrijven` 1914 de kalk branden: door gloeiing uit schelpen bereiden.
  • uitdr.: Voorbeeld: ‘jenever branden’: jenever met suiker in een pan warmen en daarna in brand steken; na enige minuten wordt de vlam gedoofd en de Voorbeeld: ‘gebrande’ jenever warm gedronken (Te) - Voorbeeld: ‘De tafel werd geruimd, de koffie opgegoten, druppels uitgehaald en jenever gebrand met s...
  • (Jargon voor het met een laserstraal beschrijven van een CD-R of CD-RW. Cd's die in grote oplage gemaakt worden, worden meestal niet gebrand met een cd-writer, maar 'geperst'.)
  • (Orde Ustilaginales) -Nederlandse naam:- Branden Branden worden verspreid door bloembezoekende insecten. Zij maken de plant steriel en ontwikkelen zich voornamelijk op de bloeiwijzen, dat wil zeggen op de voortplantingsorganen en vruchtbeginsels van planten. Zij zijn hierbij
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met branden:
brandendbrandend maagzuur

Deze woorden eindigen op branden:
aanbrandenafbrandendoorbrandenplatbrandenuitbrandenverbrandenzuurbrandeninbrandendichtbrandenopbranden

Herkomst volgens etymologiebank.nl
branden (in brand doen staan)

Taaladvies
Is lichte(r)laaie (in bijvoorbeeld `Het huis stond in lichterlaaie`) met of zonder r? Zie In lichtelaaie / lichterlaaie

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van branden?
De verleden tijd van branden is 'brandde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gebrand'.
Wat betekent branden?
'in brand staan' en 'pijn hebben door te grote hitte of door gloeien' en '(van lampen, kachels) licht of warmte geven' en '(een cd) maken'
Hoe spel je branden?
branden spel je B R A N D E N
Wat is een ander woord voor branden?
Andere woorden voor branden zijn afbranden, bijten, blakeren, brandmerken, fikken, inbranden, markeren, smeulen, stoken, vastleggen, verbranden, verschroeien, verzengen en zengen.

Op andere websites
Zoek branden op Woordenlijst.org
Zoek branden op Google
Zoek branden op Wikipedia