braken

werkw.

Uitspraak:	[ˈbrakə(n)]
Afbreekpatroon:	bra·ken
Vervoegingen:	braakte (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft gebraakt (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

de inhoud van je maag uitspugen

Voorbeeld:	`Als je misselijk bent, moet je soms braken.`
Synoniemen:	overgeven, kotsen

Zie ook:

braak

afschuw hebben   kotsen   over de nek gaan   overgeven   spugen   spuwen   uitbraken   vomeren   

• 1.(van vulkanen, vuurmonden,...) een vuurgloed, vuur uitspuwen Voorbeeld: ‘De hemel braakte vuur lijk een hete gloed’ 2.te voorschijn komen, buitenkomen Voorbeeld: ‘Zo aanstonds braakt en brobbelt het volk ter kerken uit’ 3.land omploegen, harken, zodat het klaar is om weer bezaaid of beplant te word...
• (overgeven, kotsen, emesis, vomeren) Reflexreactie waarbij de maaginhoud het lichaam via de slokdarm en mond verlaat. Misselijkheid en braken worden in gang gezet na activering van het braakcentrum in het verlengde merg van de hersenen. De spieren van de slokdarm en de maag werken dan in tegenovergestelde ric...
• [I] nachtbraken, brassen en slempen [II] omploegen maar niet inzaaien [III] overgeven [IV] vlas breken
• • [ov] genuttigd voedselwaar ongewild door de mond naar buiten brengen. • [ov] na het roten kneuzen of breken van vlas of hennep.
• wat in je maag zit weer naar buiten laten komen vb: toen ik geopereerd was, moest ik braken Synoniemen: overgeven spugen kotsen

Toon uitgebreidere definities

• uitbraken• radbraken• nachtbraken• leebraken

braken (voedsel overgeven; vlas bewerken)

Wat is de verleden tijd van braken?

De verleden tijd van braken is 'braakte'. Het voltooid deelwoord is 'heeft gebraakt'.

Wat betekent braken?

'de inhoud van je maag uitspugen'

Hoe spel je braken?

braken spel je B R A K E N

Wat is een ander woord voor braken?

Andere woorden voor braken zijn afschuw hebben, kotsen, over de nek gaan, overgeven, spugen, spuwen, uitbraken en vomeren.

Zoek braken op Woordenlijst.org
Zoek braken op Google
Zoek braken op Wikipedia