I de braak

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	[brak]
Verbuigingen:	braken

keer dat er ingebroken wordt

Voorbeeld:	`diefstal met braak`
Synoniem:	inbraak

II braak

bijv.naamw.

Uitspraak:

[brak]

(van landbouwgrond) niet bewerkt, niet beplant

Voorbeelden:	`een uitgeputte akker braak laten liggen`, `een braakliggend terrein`
nog braak liggen	((van een onderzoeks- of werkterrein) nog door niemand opgepakt, uitgeprobeerd zijn) `De markt voor deze nieuwe software ligt nog braak.`

inbraak   kraak   onbebouwd   onbewerkt   

• braakliggend, onbebouwd - Voorbeeld: ‘'s Morgens tijelijk, voor de heldere dag, was 't getrek al op weg, over de brake velden’
• Ongebruikt laten van grond
• , omgeploegd land dat men onbebouwd laat liggen
• [I] houten toestel voor de vlasbraak [II] onbebouwd
• [Let op: Spelling en uitleg uit 1890] waterplas door de doorbraak van een dijk ontstaan en na de dichting van den dijk achtergebleven. In steden geven de later gedempte braken soms aanzijn aan een straatnaam.

Toon uitgebreidere definities

• braakbal• braakland• braakliggend• braakloop• braakmiddel• braakneiging• braakschade• braaksel

• afbraak• computerinbraak• doorbraak• inbraak• ziekte-uitbraak• woninginbraak• virusuitbraak• pestuitbraak• opbraak• dijkdoorbraak• dengue-uitbraak• coronavirusuitbraak• corona-uitbraak• auto-inbraak

1. braak (het breken)
2. braak (onbebouwd)
3. braak

Is het 'de braak' of 'het braak'?

Het is 'de braak', want braak is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die braak'.

Wat betekent braak?

'keer dat er ingebroken wordt'

Hoe spel je braak?

braak spel je B R A A K

Wat is een ander woord voor braak?

Andere woorden voor braak zijn inbraak, kraak, onbebouwd en onbewerkt.

Zoek braak op Woordenlijst.org
Zoek braak op Google
Zoek braak op Wikipedia