de bouwhistoricus
zelfst.naamw. (m.)
| Verbuigingen: | bouwhistorici |
iemand die zich met de geschiedenis van bouwwerken en bouwtechnieken (bouwhistorie) bezighoudt Bron: WikiWoordenboek.
Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de bouwhistoricus' of 'het bouwhistoricus'?
Het is 'de bouwhistoricus', want bouwhistoricus is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die bouwhistoricus'.
Wat betekent bouwhistoricus?
'iemand die zich met de geschiedenis van bouwwerken en bouwtechnieken (bouwhistorie) bezighoudt'
Hoe spel je bouwhistoricus?
bouwhistoricus spel je B O U W H I S T O R I C U S Op andere websites
Zoek
bouwhistoricus op Woordenlijst.org
Zoek
bouwhistoricus op Google
Zoek
bouwhistoricus op Wikipedia