borduren

werkw.

Uitspraak:	[bɔrˈdyrə(n)]
Afbreekpatroon:	bor·du·ren
Vervoegingen:	borduurde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft geborduurd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

met naald en garen figuren op een stuk stof maken

Voorbeeld:

`een geborduurd tafellaken`

Synoniemen

8 definities op Encyclo

•met naald en draad versieringen aanbrengen op een stuk weefsel.
met naald en draad ergens versieringen op aanbrengen vb: mijn oma heeft dit tafelkleed nog geborduurd
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] eig. door middel van de naald een doek met figuren voorzien; van Frans bordure = omboordsel; daarna (fig.) onwaarheid vertellen, toevoegsels aan een verhaal maken, een zaak vergroten, kleuren.
1) Stikken 2) Handwerken 3) Naaldwerken 4) Stekken 5) Handwerk 6) Naaldvak 7) Naaien 8) Steken 9) Handwerktechniek 10) Vorm van handwerken 11) Inborduren 12) Vorm van handwerk 13) Vrouwenhandwerk
Borduren is het maken van versieringen doormiddel van een naald en garen in stof. [basiswoordenlijst groep 4]

Deze woorden eindigen op borduren:

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

De verleden tijd van borduren is 'borduurde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft geborduurd'.

'met naald en garen figuren op een stuk stof maken'

borduren spel je B O R D U R E N

Andere woorden voor borduren zijn inborduren en naaien.

Op andere websites

Recentelijk gezocht