de boosdoener

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	[ˈbosdunər]
Afbreekpatroon:	boos·doe·ner
Verbuigingen:	boosdoeners (meerv.)

de boosdoen|ster

zelfst.naamw.

Uitspraak:	[ˈbosdun|stər]
Afbreekpatroon:	boos·doe·ner
Verbuigingen:	boosdoensters (meerv.)

wat of wie de oorzaak van iets slechts is

Voorbeelden:	`De boosdoener werd door de politie gearresteerd.`, `Het toestel is gerepareerd. Een los contact was de boosdoener.`
Synoniem:	dader

bandiet   boef   booswicht   dader   onverlaat   slechtaard   snoodaard   

• 1) Slechtaard 2) Snoodaard 3) Bandiet 4) Misdadiger 5) Delinquent 6) Dader 7) Onverlaat 8) Slechterik 9) Schavuit 10) Spitsboef 11) Dief 12) Schelm 13) Booswicht 14) Schuldige 15) Galgenaas 16) Schurk 17) Boef 18) Oorzaak van iets negatiefs 19) Oorzaak
• iemand die kwaad doet, iets verkeerd heeft gedaan of ergens de schuld van is iets wat schade aanricht, een negatieve invloed heeft of ergens de schuld van is

Toon uitgebreidere definities

Is het 'de boosdoener' of 'het boosdoener'?

Het is 'de boosdoener', want boosdoener is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die boosdoener'.

Wat is het meervoud van boosdoener?

Het meervoud van boosdoener is 'boosdoeners'. Eén boosdoener, twee boosdoeners.

Wat betekent boosdoen|ster?

'wat of wie de oorzaak van iets slechts is'

Hoe spel je boosdoen|ster?

boosdoen|ster spel je B O O S D O E N Hoofdletter-| S T E R

Wat is een ander woord voor boosdoen|ster?

Andere woorden voor boosdoen|ster zijn bandiet, boef, booswicht, dader, onverlaat, slechtaard en snoodaard.

Zoek boosdoener op Woordenlijst.org
Zoek boosdoener op Google
Zoek boosdoener op Wikipedia