boomen
werkw.
| Afbreekpatroon: | 'boo - men |
| Herkomst: | «Engels |
| Vervoegingen: | boomde (verl.tijd ) |
| Vervoegingen: | geboomd (volt.deelw.) |
forse groei, plotselinge toename | Voorbeeld: | `de verkoop van navigatiesystemen boomt niet meer zoals 5 jaar geleden` | |
8 definities op Encyclo
- Uit `De lagere vaktalen: De spinners-en weverstaal` 1914 nauw of wijd boomen. Indien het garen op den boom merkelijk wijder ligt dan de breedte van het goed, dan zegt men: die keten is te wijd geboomd; - in tegenovergesteld geval, - zij is te nauw geboomd.
- 'Boomen' is een buurtschap van Lierop in de gemeente Someren in de Nederlandse provincie Noord-Brabant. Een deel van Boomen is een beschermd dorpsgezicht.
- Syn.: rainbowen Def.: het over enige afstand overboord spuiten van baggerspecie dmv een uitkragende persbuis
- Boomen staat voor spectaculair groeien.
- Explosieve koersontwikkeling op de beurs die betrekking heeft op de meeste aandelen. Het is een sterke stijging van de aandelen.
Toon uitgebreidere definitiesVraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van boomen?
De verleden tijd van boomen is 'boomde'. Het voltooid deelwoord is 'geboomd'.
Wat betekent boomen?
'forse groei, plotselinge toename'
Hoe spel je boomen?
boomen spel je B O O M E N Op andere websites
Zoek
boomen op Woordenlijst.org
Zoek
boomen op Google
Zoek
boomen op Wikipedia