de bomma

zelfst.naamw. (v.)
Uitspraak:  ['bɔma]
Afbreekpatroon:  bom·ma
Verbuigingen:  bomma's (meerv.)

grootmoeder
Synoniem:  oma


2 definities op Encyclo
  • 1) Grootmoeder 2) Oma 3) Familielid 4) Bobonne
  • Vlaams voor het Nederlandse woord ` grootmoeder`
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met bomma:
bommakleren

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de bomma' of 'het bomma'?
Het is 'de bomma', want bomma is vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die bomma'.
Wat is het meervoud van bomma?
Het meervoud van bomma is 'bomma's'. Eén bomma, twee bomma's.
Wat betekent bomma?
'grootmoeder'
Hoe spel je bomma?
bomma spel je B O M M A

Op andere websites
Zoek bomma op Woordenlijst.org
Zoek bomma op Google
Zoek bomma op Wikipedia