de bom

zelfst.naamw. (m./v.)

Uitspraak:	[bɔm]
Verbuigingen:	bommen (meerv.)

wapen dat kan ontploffen

Voorbeeld:	`atoombom`
de bom barst	(de woede komt plotseling naar buiten)
inslaan als een bom	(veel indruk maken; een groot effect hebben)
een bom onder iets	(een ernstige bedreiging voor iets) `een bom onder de regeringscoalitie`

explosief   granaat   projectiel   raket   

• verplant geen oude bomen (=je moet geen oude mensen uit hun vertrouwde omgeving halen)
• spreeuwen willen wel kersen eten, maar geen bomen planten. (=wel van alles willen profiteren, maar er niets voor willen doen.)
• oude bomen moet men niet verplanten (=oude mensen doet men liever niet verhuizen)
• een bom inhebben. (=dronken zijn.)
• door de bomen het bos niet meer zien (=door alle details het overzicht verliezen)
Toon alle 7 spreekwoorden die bom bevatten

Hoe kun je met bom een ander begrip versterken?
als een bom uit de lucht komen vallen; bomvol; inslaan als een bom;

• [Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Bom``] Zie Projectilen
• [I] projectiel; (Surinaams-Nederlands) gasfles [II] stop, spon
• •een vernietigingstuig dat gevuld is met explosieven.
• voorwerp dat kan ontploffen vb: er is een bom in het vliegtuig gevonden het nieuws sloeg in als een bom [iedereen was er verbijsterd over] na een dag barstte de bom [toen konden ze zich niet langer inhouden]
• Let op: Spelling van 1858 een ijzeren, holle, met kruid gevulde kogel, welke, nadat hij uit den mortier geworpen is, vaneen berst

Toon uitgebreidere definities

• bomaanslag• bomaanval• bomalarm• bomauto• bombam• bombarde• bombardement• bombardementsvliegtuig• bombardementsvlucht• bombarderen• bombardeur• bombardon• bombarie• bombast• bombastisch• bombazijn• bombel• bombeltijd• bomber• bomberjack
• Toon alle woorden die beginnen met bom

• atoombom• clusterbom• kernbom• zwaartekrachtbom• zuurstofbom• zelfmoordbom• waterstofbom• vuurwerkbom• verfbom• vatbom• tijdbom• tandpastabom• stinkbom• spijkerbom• seksbom• rookbom• onderbroekbom• oefenbom• neutronenbom• nepbom
• Toon alle woorden die eindigen op bom

1. bom (projectiel)
2. bom (stop, spon)
3. bom (trommel)
4. bom = bomschuit

1. Waar komt de uitdrukking de bom is gebarsten vandaan en wat wordt ermee bedoeld? Zie De bom is gebarsten
2. Hoe moet je het woord bomexplosie afbreken als het niet in zijn geheel op de regel past? Zie bomexplosie: waar breek je het af?

Is het 'de bom' of 'het bom'?

Het is 'de bom', want bom is mannelijk en vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die bom'.

Wat is het meervoud van bom?

Het meervoud van bom is 'bommen'. Eén bom, twee bommen.

Wat betekent bom?

'wapen dat kan ontploffen'

Hoe spel je bom?

bom spel je B O M

Wat is een ander woord voor bom?

Andere woorden voor bom zijn explosief, granaat, projectiel en raket.

Zoek bom op Woordenlijst.org
Zoek bom op Google
Zoek bom op Wikipedia