de bokkenpruik

zelfst.naamw. (m./v.)
Uitspraak:  ['bɔkə(n)prœyk]
Afbreekpatroon:  bok·ken·pruik

de bokkenpruik op hebben  (een slecht humeur hebben) `Het onvriendelijke kassameisje in de supermarkt had weer eens de bokkenpruik op.`


Spreekwoorden en zegswijzen
• de bokkenpruik op hebben (=slecht gehumeurd zijn)
Naar de spreekwoorden

3 definities op Encyclo
  • •"(figuurlijk, de ~ ophebben)" slecht gehumeurd zijn.
  • chagrijnig, met een slecht humeur vb: Jimmy heeft weer de bokkenpruik op
  • 1) Symbool van een slecht humeur
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
bokkenpruik in de uitdrukking de bokkenpruik ophebben

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de bokkenpruik' of 'het bokkenpruik'?
Het is 'de bokkenpruik', want bokkenpruik is mannelijk en vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die bokkenpruik'.
Hoe spel je bokkenpruik?
bokkenpruik spel je B O K K E N P R U I K

Op andere websites
Zoek bokkenpruik op Woordenlijst.org
Zoek bokkenpruik op Google
Zoek bokkenpruik op Wikipedia