boeren

werkw.
Uitspraak:  [ˈburə(n)]
Afbreekpatroon:  boe·ren
Vervoegingen:  boerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft geboerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) een boer laten horen
Voorbeelden:  `moeten boeren door wat je gegeten hebt`,
`Van bier moet je boeren.`

2) een boerenbedrijf hebben landbouw
goed boeren  (veel geld verdienen)

Zie ook:  boer


Synoniemen
agrariërs   burpen   kokhalzen   oprispen   oprispingen   provincialen   resultaten van werk zien   

Spreekwoorden en zegswijzen
• zo vraagt men de boeren de kunst af (=zo verneem je hoe het moet)
• wanneer de boeren niet meer klagen, nadert het einde der dagen (=boeren klagen altijd)
• in februari klagen de boeren het minst. (=boeren klagen altijd maar februari heeft de minste dagen om in te klagen (grapje))
• goed boeren / goed geboerd hebben (=succesvol geweest zijn, vooral financieel)
• een droge maart en een natte april is de boeren naar hun wil (=weerspreuk)
Toon alle 8 spreekwoorden die boeren bevatten

9 definities op Encyclo
  • Uit `De lagere vaktalen: Diamantbewerking` 1914 zie boer.
  • 1.het boerenbedrijf uitoefenen Voorbeeld: ‘Zij trouwden en begonnen elk op zijn eigen te boeren’ 2.beredderen, regelen, klaarspelen Voorbeeld: ‘Thuis gingen de buurwijven af en toe en wiesen en kuisten 't nodigste tot ze te zomertijde zelf naar 't land moesten. De knapen boerden 't dan verder alleen, o...
  • (Amsterdams) alles van buiten Amsterdam
  • (ructus) - , meteorisme , spijsverteringsstoornissen
  • 1) Agrariërs 2) Provincialen 3) Kaartspel 4) Oprispen 5) Oprispingen 6) Het bedrijf van landbouwer doen 7) Kokhalzen 8) Landbouw bedrijven 9) Landbouwen 10) Landvolk
Toon uitgebreidere definities

Deze woorden beginnen met boeren:
boerenactiegroepboerenactivistboerenbedrijfboerenbedrogboerenbelangenorganisatieboerenbevolkingBoerenbondboerenbontboerenbroodboerenbruiloftboerenbuitenboerendochterboerendorpboerenerfboerenfamilieboerenfeestboerengatboerengebouwboerengehuchtboerengemeenschap
Toon alle woorden die beginnen met boeren

Herkomst volgens etymologiebank.nl
  1. boeren (het boerenbedrijf uitoefenen)
  2. boeren (oprispingen maken)


Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van boeren?
De verleden tijd van boeren is 'boerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft geboerd'.
Wat betekent boeren?
'een boer laten horen' en 'een boerenbedrijf hebben'
Hoe spel je boeren?
boeren spel je B O E R E N
Wat is een ander woord voor boeren?
Andere woorden voor boeren zijn agrariërs, burpen, kokhalzen, oprispen, oprispingen, provincialen en resultaten van werk zien.

Op andere websites
Zoek boeren op Woordenlijst.org
Zoek boeren op Google
Zoek boeren op Wikipedia