de boemelaar

zelfst.naamw. (m.)
Verbuigingen:  boemelaars
Verbuigingen:  boemelaartje

iemand die vaak boemelt (uitgaat)


Bron: WikiWoordenboek.

Synoniemen
pierewaaier   slemper   zwelger   

2 definities op Encyclo
  • 1) Lichtmis 2) Schuinsmarcheerder 3) Lebemann 4) Stapper 5) Lolmaker 6) Kroegloper 7) Roller 8) Uitgaansfiguur 9) Losbol 10) Iemand die boemelt 11) Fuifnummer 12) Pierewaaier 13) Slemper 14) Zwelger
  • iemand die aan de boemel is, d.w.z. uitgaat en daarbij veel alcohol drinkt, vooral door de kroegen af te lopen; fuifganger; kroegloper iemand die (tijdens carnaval) vele kroegen aandoet; deelnemer aan een kroegentocht (tijdens carnaval)
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de boemelaar' of 'het boemelaar'?
Het is 'de boemelaar', want boemelaar is mannelijk. Als je het aanwijst is het 'die boemelaar'.
Wat betekent boemelaar?
'iemand die vaak boemelt (uitgaat)'
Hoe spel je boemelaar?
boemelaar spel je B O E M E L A A R
Wat is een ander woord voor boemelaar?
Andere woorden voor boemelaar zijn pierewaaier, slemper en zwelger.

Op andere websites
Zoek boemelaar op Woordenlijst.org
Zoek boemelaar op Google
Zoek boemelaar op Wikipedia