I de bocht
zelfst.naamw. (m./v.)
| Uitspraak: | [bɔxt] |
| Verbuigingen: | bochten (meerv.) |
plaats waar een weg of lijn buigt | Voorbeelden: | `De auto rijdt te hard en vliegt uit de bocht.`, `een bocht in de gracht`, `Dat touw hangt in een bocht.` | |
| zich in allerlei bochten wringen | (van alles proberen om je doel te bereiken) |
| kort door de bocht | ((van uitspraken) zonder nuances) `Dat is wel erg kort door de bocht gezegd.` |
II het bocht
zelfst.naamw.
vieze drank | Voorbeeld: | `Die koffie is bocht.` | |
Synoniemen
baai boog buiging draai kromming kromte kronkel kronkeling ronding rotzooi schroefdraad slechte drank smerig spul troep verbuiging winding Spreekwoorden en zegswijzen
• kort door de
bocht (=voorbarig, nuanceringen negerend. Voorbeeld: `De bewering dat fractiediscipline de democratie om zeep helpt is misschien wat te kort door de bocht.`)• je in allerlei
bochten wringen
(=er op alle mogelijke wijzen proberen onderuit te geraken)• een
bocht nemen
(=van gedachten veranderen)• door de
bocht gaan
(=toegeven)• de
bocht achter/onder de arm houden
(=extra voorzichtig zijn, iets nog niet garanderen. (een bocht houden in het touw dat je laat vieren))Naar de spreekwoorden9 definities op Encyclo
- Uit `De lagere vaktalen: Timmermanstaal` 1914 een houten afgesloten kerkbank.
- [I] (Vlaams) omheinde ruimte waarin dieren worden bijeengehouden [II] kromming, inham; gebogen deel van een touw
- •"de"; van richting veranderende, gebogen weg of pad, kromming •"de"; een brede baai aan de kustlijn • [n] ; drank of substantie van slechte kwaliteit.
- iets dat krom loopt vb: hier maakt de weg een scherpe bocht de bocht afsnijden [een kortere weg nemen] door de bocht gaan [toegeven] uit de bocht vliegen [door het verkeerd nemen van de bocht van de weg af raken]
- Def.: verandering in de richting van een stroom.
Toon uitgebreidere definitiesDeze woorden beginnen met bocht:
•
bochtenwerk•
bochtigDeze woorden eindigen op bocht:
•
binnenbocht•
buitenbocht•
haarspeldbocht•
met twee wielen door de bocht•
U-bocht•
S-bochtHerkomst volgens etymologiebank.nl
- bocht (kromming, omheining)
- bocht (uitschot)
Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de bocht' of 'het bocht'?
Het is 'de bocht', want bocht is mannelijk en vrouwelijk. Als je het aanwijst is het 'die bocht'.
Wat is het meervoud van bocht?
Het meervoud van bocht is 'bochten'. Eén bocht, twee bochten.
Wat betekent bocht?
'plaats waar een weg of lijn buigt'
Hoe spel je bocht?
bocht spel je B O C H T
Wat is een ander woord voor bocht?
Andere woorden voor bocht zijn baai, boog, buiging, draai, kromming, kromte, kronkel, kronkeling, ronding, rotzooi, schroefdraad, slechte drank, smerig spul, troep, verbuiging en winding.Op andere websites
Zoek
bocht op Woordenlijst.org
Zoek
bocht op Google
Zoek
bocht op Wikipedia