blinken

werkw.

Uitspraak:	['blɪŋkə(n)]
Afbreekpatroon:	blin·ken
Vervoegingen:	blonk (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:	heeft geblonken (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) erg glanzen

Voorbeelden:	`blinkende schoenen`, `Na de schoonmaak staat het huis te blinken.`
Synoniem:	glimmen

2) schoon en glimmend maken

Voorbeeld:	`schoenen blinken`
Synoniem:	poetsen

Synoniemen

Intensiveringen

Hoe kun je blinken krachtiger uitdrukken?
blinken als een spiegel; blinken als goud;

4 definities op Encyclo

•in opvallende mate licht weerkaatsen of uitzenden.
zacht licht weerkaatsen vb: ik heb de vloer geboend en nu blinkt hij Synoniemen: glimmen glanzen
1) Stralen 2) Glimmen 3) Glinsteren 4) Spiegelen 5) Gloeien 6) Flonkeren 7) Gloren 8) Schitteren 9) Luchten 10) Glanzen
stralen Jaar van herkomst: 1461 (MNW )

Deze woorden beginnen met blinken:

Deze woorden eindigen op blinken:

Herkomst volgens etymologiebank.nl

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker

De verleden tijd van blinken is 'blonk'. Het voltooid deelwoord is 'heeft geblonken'.

'erg glanzen' en 'schoon en glimmend maken'

blinken spel je B L I N K E N

Een ander woord blinken is glanzen.

Op andere websites

Recentelijk gezocht