blinderen

werkw.
Uitspraak:  [blɪn'derə(n)]
Afbreekpatroon:  blin·de·ren
Vervoegingen:  blindeerde (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  heeft geblindeerd (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) een blinddoek voordoen
Voorbeeld:  `geblindeerde gevangenen`

2) ondoorzichtig maken door iets erop te plakken of ervoor te zetten
Voorbeelden:  `autoruiten blinderen`,
`ramen en deuren in een huis blinderen`


Synoniemen
afdekken   

2 definities op Encyclo
  • 1) Het zien beletten 2) Pantseren 3) Kogelvrij maken 4) Aan het zicht onttrekken 5) Onzichtbaar maken 6) Aan het gezicht onttrekken 7) Afdekken
  • kogelvrij of onzichtbaar maken Jaar van herkomst: 1865 (KVW )
Toon uitgebreidere definities

Herkomst volgens etymologiebank.nl
blinderen (kogelvrij of onzichtbaar maken)

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van blinderen?
De verleden tijd van blinderen is 'blindeerde'. Het voltooid deelwoord is 'heeft geblindeerd'.
Wat betekent blinderen?
'een blinddoek voordoen' en 'ondoorzichtig maken door iets erop te plakken of ervoor te zetten'
Hoe spel je blinderen?
blinderen spel je B L I N D E R E N
Wat is een ander woord voor blinderen?
Een ander woord blinderen is afdekken.

Op andere websites
Zoek blinderen op Woordenlijst.org
Zoek blinderen op Google
Zoek blinderen op Wikipedia