de (m)/het biscuit
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [bɪsˈkwi] |
| Afbreekpatroon: | bis·cuit |
| Verbuigingen: | biscuits (meerv.) |
droog, bros koekje | Voorbeeld: | `een biscuitje bij de koffie` | |
Synoniemen
biscuitje kaakje koek koekje 10 definities op Encyclo
- Droog, bros koekje
- • [n] : een droog en bros gebak. • [m] of [n] : een koekje van het biscuitgebak.
- droog, knapperig koekje vb: we hebben biscuit bij de thee
- Let op: Spelling van 1858 Fr., beschuit, tweebak; ook de deeg, waarvan porselein en ander aardewerk gemaakt wordt, wanneer het in den oven gebakken, maar nog niet verglaasd is
- [Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (Frans Latijn) bis = tweemaal en cuit = gebakken; brood, dat tweemaal in de oven gebakken wordt, beschuit (zie aldaar)
Toon uitgebreidere definitiesDeze woorden eindigen op biscuit:
•
wafelbiscuit•
mariabiscuitHerkomst volgens etymologiebank.nl
biscuit (droog koekje)Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Is het 'de biscuit' of 'het biscuit'?
Het is zowel 'de biscuit' als 'het biscuit'. Als je het aanwijst is het 'die biscuit' of 'dat biscuit'.
Wat is het meervoud van biscuit?
Het meervoud van biscuit is 'biscuits'. Eén biscuit, twee biscuits.
Wat betekent biscuit?
'droog, bros koekje'
Hoe spel je biscuit?
biscuit spel je B I S C U I T
Wat is een ander woord voor biscuit?
Andere woorden voor biscuit zijn biscuitje, kaakje, koek en koekje.Op andere websites
Zoek
biscuit op Woordenlijst.org
Zoek
biscuit op Google
Zoek
biscuit op Wikipedia