binnenlopen

werkw.
Uitspraak:  ['bɪnə(n)lopə(n)]
Afbreekpatroon:  bin·nen·lo·pen
Vervoegingen:  liep binnen (verl.tijd enkelv.)
Vervoegingen:  is binnengelopen (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen

1) in een ruimte naar binnen gaan
Voorbeelden:  `Je kunt gerust eens bij ons binnenlopen.`,
`een kerk binnenlopen`,
`Het schip loopt de haven binnen.`

2) zoveel geld verdienen of krijgen dat je spoedig niet meer hoeft te werken
Voorbeelden:  `financieel binnenlopen`,
`Nu hij zijn eigen bedrijf heeft, loopt hij snel binnen.`


Synoniemen
betreden   binnengaan   binnenkomen   binnenstappen   binnentreden   ingaan   inkomen   inlaat   lavement   

3 definities op Encyclo
  • Def.: een haven aandoen.
  • 1) Rijk worden 2) Binnentreden 3) Lavement 4) Binnenstappen 5) Binnengaan 6) Betreden 7) Binnenkomen 8) Financieel succes boeken 9) Veel geld ontvangen 10) Inkomen 11) Havenen 12) In een haven lopen 13) Inlaat 14) Ingaan 15) Aanvaren
  • een haven of binnenwater invaren. Ook binnenkomen genoemd.
Toon uitgebreidere definities

Vraag & Antwoord voor je slimme speaker
Wat is de verleden tijd van binnenlopen?
De verleden tijd van binnenlopen is 'liep binnen'. Het voltooid deelwoord is 'is binnengelopen'.
Wat betekent binnenlopen?
'in een ruimte naar binnen gaan' en 'zoveel geld verdienen of krijgen dat je spoedig niet meer hoeft te werken'
Hoe spel je binnenlopen?
binnenlopen spel je B I N N E N L O P E N
Wat is een ander woord voor binnenlopen?
Andere woorden voor binnenlopen zijn betreden, binnengaan, binnenkomen, binnenstappen, binnentreden, ingaan, inkomen, inlaat en lavement.

Op andere websites
Zoek binnenlopen op Woordenlijst.org
Zoek binnenlopen op Google
Zoek binnenlopen op Wikipedia